Hoi allemaal!
Allereerst wil ik jullie allemaal een gelukkig en gezond nieuwjaar wensen, hopelijk hebben jullie het fijn kunnen vieren en de goede voornemens nog niet overboord gegooid! 🧡
We zijn nu alweer zeven weken onderweg en ik loop inmiddels ruim drie weken achter met schrijven, oeps, maar ik zal proberen de komende dagen een en ander in te halen! Hierbij het eerste deel van de inhaalslag: Cartagena.
Drie weken geleden zijn we vanuit Taganga met de bus naar Cartagena gereisd. Op de ‘diez minutos’ pauze (ruim een uur en drie kwartier) na verliep de reis voorspoedig. We checkten in in een hostel dat ons was aangeraden door onze Taganga vrienden en besloten het oude centrum even te verkennen. De eerste indruk van Cartagena was: drukte, opdringerigheid en heel veel kerstlichtjes. We zijn even ergens gaan eten en besloten het centrum de volgende ochtend een nieuwe kans te geven, want volgens de reisgidsen is Cartagena dé parel van Colombia.


Na een nacht in de vriezer (lees: onze dorm met airco die we niet zelf konden bedienen) besloten we Cartagena opnieuw te verkennen. We ontbeten in de wijk Getsemani, die naast het oude El Centro ligt en bekend staat om de graffiti en versierde straten. Hoewel het er erg schattig uit zag werden we toch wat geïrriteerd door de extreem opdringerige verkopers, catcallende mannen en ander gespuis. ‘s Middags deden we een walking tour met wat later bleek ‘s werelds saaiste gids aller tijden en de ‘perro caliente’ (hotdog) die ons avondeten werd maakte de dag ook niet veel beter. Kortom, Cartagena had ons nog niet ingepalmd. In de dorm wachtte er nog een leuke verrassing op ons: we kwamen er met behulp van een Canadese en een Amerikaanse verpleegkundige achter dat onze ‘muggenbulten’ van de Ciudad Perdida hike waarschijnlijk vlooienbeten zijn geweest, gadver!!! Om er nog wat van te maken wilden we op stap (dat zou in Cartagena leuk moeten zijn), dus begaven ons tussen de schaars/amper geklede Colombianen om er achter te komen dat er sinds deze week een avondklok op het nachtleven zat. Kwamen we om 1:00 dus van een koude kermis thuis. Oh, oh, Cartagena!
De hoop inmiddels bijna opgevend en de charme van Cartagena nog altijd niet gevonden hebbend liepen we de volgende dag weer naar ons favoriete ontbijttentje. We hebben hier een gênant aantal uren gezeten en even met iedereen thuis bijgekletst, maar ach dat moet natuurlijk ook gebeuren en op straat werden we toch alleen maar nageroepen. ‘s Middags hebben we onszelf dan toch nog maar El Centro doorgesleept en vanaf de stadsmuren naar de zonsondergang gekeken, vergezeld door de ME die een vredig protest tegen de avondklok in toom moest houden.






Op onze een na laatste dag in Cartagena ging ik duiken bij de Rosario eilanden. Helaas kon Jin niet mee omdat ze nog last van haar oren had van het duiken in Taganga en moest ik nu gedurende de hele bootreis met een über-Amerikaanse chirurg praten. Zijn salaris, privé uni, 80-urige werkweek en verbazing over de lange vakanties van ‘aaaaall those Europeans!’ passeerden in de eerste tien minuten de revue. Het duikcentrum zat bij een hotel op Isla Grande en na een korte briefing vertrokken we (mr. Amerika, Juan de divemaster en ik) met een andere boot naar de eerste duikstek. Er was een klein probleempje toen we wilde afdalen, want ik bleef drijven! Ik kwam echt met geen mogelijkheid naar beneden, dus uiteindelijk steeg Juan weer op om me extra lood te geven en toen konden we gelukkig beginnen. Het was wederom prachtig, met nog meer koraal en beter zicht dan bij Taganga. Het water was lekker warm (29°C) en ik merkte dat ik het zweven onderwater steeds beter onder controle heb. Toen we een leeuwvis tegenkwamen stak Juan deze dood met zijn harpoen, ze komen hier namelijk niet van nature voor en hebben dus ook geen natuurlijke vijanden… Verder hebben we nog van alles gezien maar om eerlijk te zijn zijn de meeste namen ‘lost in translation’.
Na een korte pauze bij het resort vertrokken we naar de tweede duikstek. Ditmaal voorzien van voldoende lood daalden we af en doken we zo’n 50 minuten langs een koraalmuur. Onderweg hebben twee leeuwvissen het leven gelaten via de harpoen van Juan en knabbelden er allemaal visjes aan mijn handen. Ook was er een enorme school en zagen we een soort viswasserette, waarbij grote blauwe vissen naar koralen met duizenden mini visjes gaan om zich te laten schoonmaken! Rozig van het duiken en van de zon voeren we even later terug naar Cartagena en deed ik gauw een dutje want er moest nog gestapt worden!




Eenmaal herrezen uit de dood begaven we ons naar onze favoriete mojitobar (bij een hele lieve familie thuis) en vervolgens naar Alquímico, waar we mijn duikgenoten tegenkwamen en wel honderd keer zijn uitgenodigd voor hun boottrip de volgende dag (honderd keer beleefd afgeslagen). Helaas ging alles weer vroeg dicht, maar het was een gezellige avond.
Toen onze laatste dag in Cartagena was aangebroken waren we van plan bij ons favoriete ontbijttentje even te internetten. Dit zat er helaas niet in, want na twee minuten kwam de Amerikaanse chirurg binnen en nodigde hij zichzelf uit (ondanks mijn verwoede poging uit te leggen dat ik een blogje ging schrijven en Jin een eLearning moest maken). Na ruim een halfuur begreep hij de hint (of gaf hij het op?) Hoe dan ook, hij liet zijn eten inpakken, betaalde de gehele rekening (???) en ging ervandoor, vreemde vogel.
Toen ik die middag voor de laatste keer naar ons hostel liep werd ik wonder boven wonder niet continu aangesproken of nageroepen en had ik de straten zelfs bijna voor mezelf! Ik besloot m’n camera even op te halen en nog een klein rondje te lopen voordat we de nachtbus ingingen. Wat aan de late kant, maar ik begon zowaar de charme van het centrum te zien. De koloniale panden zijn prachtig kleurrijk en voorzien van de schattigste balkonnetjes en op elke straathoek is een kerk of parkje te vinden. Als je het massatoerisme, het naroepen en de vage figuren wegdenkt heeft het misschien wel wat…



Bedankt voor het lezen ¡y hasta la proxima!
Liefs Nikki
P.s. Korte toelichting bij de foto van de dames met de fruitmanden: een vergelijkbare foto staat op de voorkant van de Lonely Planet en je vindt dit soort portretten bij elk reisblog over Colombia. Al snel viel ons op dat niemand er ‘echt’ zo bijloopt en het puur voor toeristen was. Na vier dagen Cartagena was ik toch maar gezwicht, want ik schatte in dat het me wel een mooi plaatje zou opleveren. Ik vroeg de vrouw wat een foto kostte en ze antwoordde: sonrisa y corazon (glimlach en hart). Dus ik maakte een foto en vervolgens wilden de beste dames 50.000 COP (10 euro!), dat sloeg natuurlijk nergens op, al helemaal in verhouding tot Colombiaanse prijzen. Dus ik deed alsof ik dat niet had, demonstratief m’n portemonnee ondersteboven houdend om het kleine muntgeld eruit te schudden en toen begonnen ze naar Jin te wijzen. Ik draaide me om, staat Jin daar omsingeld door twee rappers in een hoekje gedreven (er komen in Cartagena regelmatig mensen opeens met een box naast je lopen en dan beginnen ze in je oor te schreeuwen en willen ze daar geld voor). Bekaaide situatie, we hebben onze muntjes gegeven en het toen op een lopen gezet. Maar goed, zie je op de foto niks van terug, ‘sonrisa y corazon’!
Mag die amerikaan ook even lenen voor al mijn rekeningen?
Leuk verslag weer van jullie bezoek aan Cartagena. En wederom prachtige foto’s. Veel plezier daar en groet. Hasta la Proxima. Mvg Dick Johan